spel 0

Dit zijn de spellen waarbij je niets anders nodig hebt dan een spelbord, enkele pionnen en een dobbelsteen.

Verszetten

Vooreerst drie soorten spellen om alleen te spelen:

Met een spelbord voor je van ongeveer 100 verzen ga je aan de slag. (die vind je onder de tag “spel0”)

Nodig: een kaart om te spelen, een dobbelsteen en een pion per speler.

Speluitleg:

Om te beginnen zet je de pionnen voor het eerste vers.

Je gooit met de dobbelsteen en verzet je pion. Je kijkt naar het kleur waar je op terecht komt. Dan neem je het vers uit die psalm en zoek je naar een passend gegeven waardoor je weet hoeveel je nog vooruit mag gaan…

Spel A: spelregels

versA

bordA1

Voorbeeld:

1.1 : Het kleur is oranje. Je leest psalm 1.1 en zoekt naar de situatie, te beginnen met “schuld/onschuld”. Het is natuurlijk “de goede of de schuine weg”. Je voert uit wat staat naast het symbool van de weg. Het is een keuze tegen de slechte weg: dus gaat de pion nog 1 vooruit.

Spel B: spelregels

versB

bordB1

Spel C: spelregels

versC

bordC1

Vervolgens spellen om samen te spelen:

– Neem een psalmogram en gebruik één van de volgende spelregels:

 Eerste manier van spelen:

Gooi een eerste keer met de dobbelsteen, ga zoveel vooruit met je pion.

Gooi nu een tweede keer. Het aantal ogen dat je nu gegooid hebt is om iedere keer over te springen naar de psalm met het zelfde kleur.

Voorbeeld: Je staat op 6. Met je tegel aan te leggen heb je 5 punten: Je komt dus op 11 terecht. 11 is grijs.

Je gooit 4. Je mag dus 4 grijze vakjes vooruit: Zo kom je terecht op 24.

psgrmdl1

Tweede manier:

Je gooit enkel met een dobbelsteen. De oneven beurten ga je evenveel vakjes vooruit als je ogen gegooid hebt. De even beurten spring je telkens naar hetzelfde symbool over. Gooi je dan een aantal ogen, dan spring je evenveel zelfde symbolen ver.

Voorbeeld:

Oneven beurt: Stel je staat op 10. Je gooit 5: dan kom je op 15.

Even beurt: de volgende zet gooi je 3: dan kom je op 37 terecht.

Derde manier van spelen:

Vooraf spreek je af waar de start is en waar het eindpunt.

Voorbeeld: van 1 tot 41 of 107 tot 150. Maak desnoods andere afspraken.

Je speelt met een dobbelsteen. Bepaalde symbolen staan voor een getal. Als je dat getal gooit ga je naar het eerst volgende symbool dat voor dat getal staat.

spelpsgrm

– Een enorm spelbord dat heel de tafel vult:

reuzenbord

Plaats een reactie