spel2b met lotto
klik het bericht aan om de afbeelding te zien.
klik het bericht aan om de afbeelding te zien.
Hoe verplaats je de pion op de verbondsring?
Gooi een muntje in het midden van de ring. Waar het muntje het meest op ligt daar zet je de pion.
Een eerste speler gooit nu met een dobbelsteen:
De pion gaat in wijzerzin vooruit.
Gooi je 1 of 2: neem de binnenste ring en ga het aantal ogen vooruit.
Gooi je 3 of 4: neem de middelste ring en ga het aantal ogen vooruit.
Gooi je 5 of 6: neem de buitenste ring en ga het aantal ogen vooruit.
Verschillende speelwijzen:
Bingo:
Neem de 5X5 bingokaartjes erbij alsook vele kleine pionnetjes.
Als een speler de pion verzet heeft, leest hij de nummers van de psalmen op dat vakje van de verbondsring. Als Hij een match heeft op zijn kaart mag hij een klein pionnetje plaatsen op dat nummer op zijn kaart.
Hij kan wel kiezen voor de psalm op zijn kaart die de meeste punten oplevert:
geel: 4 punten
groen: 3 punten
blauw: 2 punten
oranje: 1 punt
Als ieder één maal gespeeld heeft gooit ieder met de dobbelsteen. De speler met de meeste ogen mag beginnen, de volgorde van spelen is in wijzerzin.
Wie het eerst 10 punten heeft verzameld wint.
Tussenin kan de groep kiezen om een psalm te lezen en te bespreken.
Lotto:
Neem de 3X3 kaartjes met de symbolen er op alsook vele kleine pionnetjes.
Als een speler de pion verzet heeft en een symbool op zijn kaartje heeft dat overeenkomt met de plaats van de pion, dan mag die dat symbool bezetten met een klein pionnetje.
Wie een tweede symbool bezet kiest een psalm om die samen te lezen en te bespreken.
Wie een vierde symbool bezet wint.
Lotto varianten:
Neem de 3X3 kaartjes met de symbolen er op alsook vele kleine pionnetjes.
De speler kiest vooraf om een pionnetje te plaatsen op een leeg vakje.
Als een speler de pion verzet heeft en een symbool op zijn kaartje heeft dat overeenkomt met de plaats van de pion, dan mag die dat symbool bezetten met een klein pionnetje.
Variant 1: Als het een symbool is in de kolom naast dat pionnetje dan wordt er een psalm gelezen uit dat vakje op de verbondsring.
Wie een derde symbool kan bezetten wint.
Variant 2: Het kleine pionnetje wijst op een psalm tussen 1 en 50; het vakje eronder wijst op een psalm tussen 51 en 100; er nog onder tussen 101 en 150. Als er geen vakje onder is begint men natuurlijk weer bovenaan.
Als iemand een symbool kan bezetten dan kijkt die links naar de lege vakjes en de pion. Kies dan een psalm die te vinden is op de verbondsring waar de grote pion staat tussen die psalmen waaruit men kan kiezen.
Voorbeeld: Het lege vakje ernaast wijst op een psalm tussen 101 en 150: Kijk dan op het vakje van de verbondsring of er een passende psalm is om voor te lezen.
Wie een derde symbool kan bezetten wint.
Variant 3: Als een symbool kan bezet worden uit de derde rij dan levert die 1 punt op; de symbolen uit de tweede kolom 2 punten. Wie vier punten haalt wint.
Variant 4: Combineer variant 2 en 3 en haal vier punten om te winnen.
Combineer met de tegels van het basisspel:
Iedere speler krijgt 5 tegels. Tijdens de beurt van een speler mag die eerst de pion verzetten, de cijfers van de psalmen bekijken en tegelijk zijn tegels in de gaten houden. Wie een match heeft tussen de plaats van de pion en een tegel krijgt een punt. De tegel wordt gedraaid en toont aan de anderen het aantal punten.
Wie drie punten heeft wint.
God redt van de dood | 18, 22, 30, 31, 33, 49, 86, 102, 103, 116 |
Redder van spot en meineed | 17, 22, 27, 31, 35, 55, 69, 123 |
Redder van vijand | 3, 6, 9, 22, 38, 40, 41, 54, 56, 59, 60, 62, 69, 71, 107, 108, 120, 124, 136, 140, 141, 142, 144 |
God is rechter | 5, 7, 9, 11, 14, 26, 35, 50, 52, 53, 58, 59, 62, 63, 74, 75, 82, 89, 94, 129, 145 |
Voor iedereen een kort leven | 39, 49, 71, 82, 90, 102 |
Helpt de rechtvaardige | 1, 9, 11, 12, 14, 32, 33, 34, 36, 37, 45, 64, 71, 73, 75, 92, 94, 97, 99, 112, 116, 119, 125, 140 |
God vernietigt | 5, 21, 36, 37, 50, 58, 59, 63, 68, 69, 73, 76, 83, 92, 94, 97, 108, 110, 125, 137, 139, 143, 145 |
God straft, beschaamt | 6, 9, 10, 14, 17, 28, 31, 35, 40, 53, 54, 56, 64, 70, 71, 73, 75, 79, 94, 109, 129 |
Tegen God, laat me met rust | 2, 39, 73, 74, 81, 95, 106 |
Waarom? | 10, 22, 42, 43, 44, 74, 79, 88 |
Hoelang? | 4, 13, 35, 42, 74, 77, 79, 80, 89 |
Waar ben je? | 10, 13, 22, 42 |
God toornt, verstoot | 27, 39, 44, 60, 66, 69, 74, 77, 78, 79, 80, 85, 88, 89, 90, 95, 106 |
Straf niet? | 6, 38 |
God vergeeft | 25, 32, 39, 40, 41, 51, 79, 85, 86, 99, 103, 106, 107, 111, 130 |
Zijn verbond | 12, 19, 33, 67, 74, 77, 78, 81, 89, 93, 99, 105, 111, 119, 132, 147 |
Wijs me | 16, 19, 25, 86, 119, 139, 141, 143 |
Leven van de weg | 1, 14, 15, 24, 26, 34, 36, 37, 39, 40, 41, 44, 45, 50, 52, 53, 55, 58, 62, 64, 72, 73, 81, 82, 94, 95, 101, 112, 119, 128, 140 |
Wees genadig | 26, 62, 69, 78, 102, 111 |
Ik ben onschuldig | 7, 17, 18, 26, 59, 73 |
God voor de arme | 10, 12, 14, 22, 35, 53, 68, 72, 74, 76, 82, 103, 107, 109, 112, 113, 132, 138, 140, 146, 147 |
Hij geeft me kracht | 18, 29, 91, 92, 98, 110, 113, 118, 127, 144, 149 |
Om bij te schuilen | 11, 25, 31, 37, 43, 55, 57, 61, 64, 71, 86, 142 |
Mijn beschermer | 18, 27, 37, 46, 48, 52, 59, 62, 91, 94, 111, 119, 121, 144 |
Ben je onverschillig? | 28, 83, 102 |
Uitzien naar | 5, 25, 27, 33, 40, 42, 63, 69, 77, 84, 119, 121, 123, 130, 141, 143, 145 |
Vertrouwen op | 3, 4, 22, 27, 28, 37, 42, 44, 52, 56, 62, 78, 91, 115, 116, 118, 125, 130, 131, 143 |
Die opzien zijn gelukkig | 34, 70, 84, 85, 115, 125 |
Vals geluk | 4, 16, 31, 97, 106, 115, 135 |
Mijn geluk | 16, 23, 32, 34, 37, 73, 80, 87, 106, 119, 139 |
De Schepper | 8, 24, 33, 50, 74, 86, 87, 89, 92, 95, 96, 100, 102, 104, 115, 119, 124, 127, 135, 136, 139, 145, 146, 148 |
Geweld in de natuur | 29, 65, 66, 68, 72, 74, 77, 78, 89, 97, 104, 105, 107, 114, 135, 144, 147 |
God zorgt voor de natuur | 18, 104 |
God zegent | 20, 21, 23, 28, 45, 48, 61, 65, 67, 71, 72, 84, 91, 103, 105, 112, 115, 125, 127, 128, 132, 133, 134, 144, 147 |
God zorgt voor vrede | 46, 85, 94, 122, 133 |
God met liefde | 23, 36, 81, 84, 85, 87, 89, 90, 92, 97, 98, 100, 101, 103, 105, 106, 107, 108, 117, 118, 119, 135 |
Offers brengen | 27, 40, 50, 51, 65, 66, 76, 96, 141 |
Verlangen naar de tempel | 27, 42, 43, 61, 62, 74, 79, 84, 102, 137 |
Vieren en wonen in de tempel | 15, 48, 65, 68, 73, 76, 78, 81, 89, 92, 96, 98, 100, 116, 118, 122, 132, 134, 135, 138, 149, 150 |
God is koning | 24, 29, 44, 46, 47, 48, 66, 67, 68, 74, 76, 83, 84, 89, 93, 95, 96, 97,
98, 99, 102, 104, 113, 123, 145, 146, 149 |
De gezalfde | 2, 20, 21, 45, 72, 80, 84, 89, 132 |
God kent, doorziet | 56, 138, 139 |
God spreekt vanuit de hoogte | 2, 50, 75, 82, 87, 89, 95, 110 |
God antwoordt | 18, 60, 81, 86, 91, 99, 102, 108, 138, 143 |
God luistert | 20, 22, 28, 55, 66, 77, 116, 120 |
God geneest | 30, 41 |
Help uit de nood | 34, 40, 42, 44, 59, 63, 65, 68, 70, 77, 78, 80, 107, 118, 119, 126, 129, 135, 143 |
Help omwille van Uw liefde | 13, 30, 36, 40, 57, 80, 85, 86, 89, 91, 103, 105, 106, 109, 111, 114, 136 |
Dit spel is te combineren met de tegels van spel 2 of 3.
Die van spel 2 zijn toch meer geschikt.
Je hebt nodig: de verbondsring, (zie de pagina bovenaan terug te vinden). Een van de soorten tegels (zie spel 2 of spel 3)hierboven aangegeven, een dobbelsteen, een bord (zie bord) om je punten bij te houden en voor elk een pion te plaatsen op de verbondsring, en een pion om te zetten op een bord om de score bij te houden.
Iedere speler heeft bij het begin 10 tegels, die hij na zijn beurt weer moet aanvullen.
Om te beginnen ligt er al één tegel om tegenaan te leggen.
Eerst: gooi met de dobbelsteen. Zet de pion in wijzerzin vooruit, en wel zo dat je
Daarna kijkt de speler of die een tegel kan aanleggen die past met de plaats waar je pion staat op de ring.
Wat is een passende plaats? Het symbool dat je vind aan de buitenkant van de ring van maximum 2 afwijkende stappen. Die tegel leg je dan aan de tegels die er al liggen. De punten zijn die van een gewoon spel. Enkel bij een passende plaats op de ring tellen je punten die bijgehouden worden op een bordje.
Als je niet moet afwijken om een passend symbool terug te vinden op je tegel: dan is de waarde maal 2.
voorbeeld:
De pion staat in deze rij: dan tellen de symbolen van het molentje en de boei op het water zelfs (omdat die nog tussen twee rijen staat) tot aan de andere kant de rechte weg en zelfs de arme en de schuine weg (omdat die eveneens tussen twee rijen staan).
Als je een tegel met de woestijn kunt aanleggen aan de tegels die er al liggen tellen de punten voor twee.
De ring stelt de verbondenheid voor van God met de mens.
De binnenste kring is de nabije God.
De middelste: de rechtvaardige God
De buitenste kring: de ongekende en de ons overstijgende God
De buitenste symbolen zijn een combinatie van de symbolen uit spel 1 en 2.
Je ziet hoe de vijand erg veel ter sprake komt…